aanminnelijk

geplaatst in: Verdwijnwoorden | 2

Aanminnelijk en aanminnig waren tot ver in de 19e eeuw tamelijk gewone alternatieven voor meer alledaagse woorden als lieftallig, bekoorlijk, bevallig, charmant en innemend. Het waren literaire woorden, die nogal eens in gedichten figureerden, vooral in liefdesgedichten. Meestal waren het meisjes of vrouwen die aanminnig of aanminnelijk waren. In een van de boeken van de ooit bekende schrijfster A.L.G. Bosboom-Toussaint wordt bijvoorbeeld over Hollandse vrouwen gezegd dat ze ‘degelijke deugd met aanminnelijke schoonheid weten te paren’. Ook elders werden de ‘vrouwelijke aanminnigheden’ regelmatig bezongen. De Prins der Dichters, Adriaan Roland Holst, gebruikte het woord halverwege de 20e eeuw nog toen hij wijs schreef: ‘wie de dwaas voor schoonheid speelt / wordt vaak door een aanminnige vrouw weer wijs’. Als nu nog eens de loftrompet over een lieftallig kind of meisje wordt gestoken, is de kans klein dat daarbij het woord aanminnigheid valt. Het woord is uit de levende taal verdwenen.

2 reacties

    • Ton den Boon

      Zeker, beide woorden gaan terug op minnen (liefhebben) of minne (liefde).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *