hippoisie

geplaatst in: Woord van de dag | 0

De Volkskrant schrijft vandaag over de (nakende) ondergang van fietsenbedrijf VanMoof, dat in korte tijd zo’n grote bekendheid had gekregen dat ‘VanMoof’ welhaast een soortnaam werd voor een minimalistisch uitgevoerde elektrische stadsfiets. Met een ‘VanMoof’ hoorde je er helemaal bij in de grote stad, had je daarentegen een gewone trapfiets, dan gold je in de wereld van de VanMoof-bezitters als een have-not. Of zoals de Volkskrant schrijft: de Van Moof was uitgegroeid ‘tot een statussymbool voor de stedelijke “hippoisie”‘.

Hippoisie, wat een heerlijk woord! En het maakt vandaag ook nog z’n krantendebuut. Hippoisie verwijst naar de hippe stedelijke elite, die tegelijkertijd ook heel ‘gearriveerd’ is, d.w.z. maatschappelijk geslaagd en daardoor een tikje zelfvoldaan.

Hippoisie mag in de Nederlandstalige media vandaag zijn debuut maken, in het Engels is het een woord dat vier decennia geleden bedacht werd door  voorkomt. Het maakte in 1983 zijn schriftelijke debuut in een artikel van schrijver Joseph Epstein:

Former hippies at least in spirit, these people took kindly to bourgeois habits while retaining adversary points of view; “the hippoisie” was the name they only half-jokingly gave to themselves.

Hippoisie is dus een Engels leenwoord, dat in het Engels is gevormd als een blend of porte-manteauwoord van hip en bourgeoisie.

Definitie

hippoisie (de, g.mv.) (spottend) de gegoede links-liberale, veelal uit voormalige hippies en yuppen bestaande grootstedelijke bevolking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *