mannelijkheidsdenker

geplaatst in: Woord van de dag | 2

Mannelijkheid – de Dikke Van Dale vermeldt het woord in maar liefst drie betekenissen, maar de betekenis die er in het woordenboek niet bij staat, is ‘het zijn van een man’, dat wil zeggen ‘het behoren tot de mannelijke sekse’ of zo u wilt ‘het identificeren met het mannelijk gender’. Kennelijk was mannelijkheid in die betekenis tot voor kort een vanzelfsprekendheid.

Maar mannelijkheid heeft de laatste jaren een twijfelachtige reputatie gekregen. Je treft het woord bijvoorbeeld sinds 2016 regelmatig aan in de combinatie ‘giftige mannelijkheid’, een vertaling van Engels toxic masculinity. Mannelijkheid – kortom – is in onze taal ingeburgerd geraakt in de betekenis het bezit van de eigenschappen en kwaliteiten die traditioneel geassocieerd worden met mannen.

Over dat soort mannelijkheid had Sander Schimmelpenninck het afgelopen maandag in zijn Volkskrant-column. Want het staat er slecht voor met het westerse manbeeld:

In Nederland is het bon ton om mannen op geen enkele manier serieus te nemen. Berichtgeving over mannen die achteropraken leidt tot voorspelbaar hoongelach van feministen en wittevoetjesmannen, en in reclames wordt de Nederlandse man neergezet als een geslagen hond die achter zijn vrouw aanhobbelt in de supermarkt. Een land vol Frank Lammersen en Thomas Acda’s: wat zullen die sukkels vandaag weer voor doms doen?

Schimmelpenninck voert daar culturele verklaringen voor aan, maar vandaag reageert Volkskrant-colunmnistse Asha ten Broeke daarop en kort gezegd komt het er volgens haar op neer dat het manbeeld gekanteld is door sociaaleconomische factoren.

In haar column noemt ze types als Schimmelpenninck en zijn voorbeeld de Amerikaanse schrijver Richard Reeves (Of Boys and Men) mannelijkheidsdenkers en dat woord blijkt nieuw te zijn. Het zijn geen denkers over volwassenheid van mannen, noch over de kracht of viriliteit van mannen, maar denkers over het man-zijn. Mogelijk heeft Ten Broeke zich laten inspireren door de Engelse term masculinity thinker, want die blijkt ook te bestaan. Hoe dan ook, mannelijkheidsdenker weerspiegelt haarfijn een heel actuele problematiek: de mannelijke identiteit in een wereld waarin de man links en rechts door vrouwen wordt ingehaald.

Definitie

mannelijkheidsdenker (de, -s) iem. die beroepshalve nadenkt over de mannelijke identiteit binnen een bepaalde groep

2 reacties

  1. Gerard van Beusekom

    Je zou mij een mannelijkheidsdenker kunnen noemen omdat ik in 1976 “De komende en de gaande man. Vrolijke en lastige kanten van de mannenemancipatie” publiceerde. Dat gebeurde in de jaren dat door mannen die geïntrigeerd en geïnspireerd door wat er met vrouwen gebeurde die in praatgroepen bewust werden van hun situatie, en zelf ook maar eens begonnen na te denken over de veronderstelde ‘mannelijke identiteit’.
    Maar uik zou wel bezwaar hebbeb tegen daat etiket. In mijn weblog “Onzichtbare inkt” schreef ik al jaren daarvoor over de overwaardering van het begrip identiteit, waarvan ik niet alleen het kunstmatige karakter van dat begrip, maar ook het vernietigende effect dat je verondersteld identiteit heeft op je peroonlijke ontwikkeling die tot je laatste dagen door kan gaan.

  2. Gerard van Beusekom

    Nou ja wat typefouten , maar jullie begrijpen het wel

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *