Jort Kelder schrijft geeft vandaag in zijn column in het Financieele Dagblad onder de titel ‘Spekpandemie’ uiting aan zijn afschuw van obesitas. Dikke mensen kosten niet alleen veel in de zorg, maar ze zorgen ook nog eens voor gemiste welvaart:
De helft van de volwassen westerse bevolking heeft overgewicht, één op zes zelfs ernstig. En de dikkerds zijn duur. De Universiteit Maastricht becijferde de maatschappelijke kosten van overgewicht op €11.500 per volwassene per jaar, en medisch tijdschrift BMJ Global Health beschrijft dat 5%-punt minder obesitas de wereld jaarlijks $429 mrd welvaart oplevert.
Hij zou het niet gek vinden als er maatregelen getroffen worden om obesitas op grote schaal terug te dringen, maar als je dat voorstelt word je fatshaming verweten. De magermansen op de wereld worden geacht solidair te blijven met de beter gevulden:
Dus grijpt u straks bij de groentejuwelier naar de broccoli, of staat u na een lange kantoordag te zweten in de sportschool, gelieve dan even stil te staan bij die andere helft van Nederland die zojuist met een blikje bier, een zak chips en een mentholsigaret is neergeploft op de sofa. Wel solidair blijven hè?
Spekpandemie is een tot de verbeelding sprekend nieuwwoord, maar voor het verschijnsel waar Kelder op doelt, bestaat in feite al een woord: obesidemie. Dat woord is Kelder waarschijnlijk te neutraal. Daarom kiest hij voor een meer confronterend synoniem: spekpandemie. Dat is in feite een dysfemisme of kakofemisme: een woord waarmee men iets opzettelijk op extra grove wijze benoemt.
Definitie
spekpandemie (de, g.mv.) verschijnsel dat veel mensen in een samenleving lijden aan ernstig en ziekmakend overgewicht, synoniem obesidemie
Geef een reactie