strooikruid

geplaatst in: Woord van de dag | 0

Trouw schrijft vandaag over het project ‘Odeuropa’, dat de opmaat moet zijn voor een nieuw museum: een geurmuseum. Zoiets was er vroeger al in Enkhuizen, maar kennelijk is er behoefte aan een nieuw, groter, Europabreed museum waarin oude, vaak niet zo aangename geuren kunnen herleven: geurhistorici werken daarom aan een walgcatalogus (‘een staalkaart van stanken’) een verzameling oude vieze geuren.

Het artikel bevat tal van woorden die je niet in het woordenboek zult vinden, omdat ze te weinig gebruikelijk zijn. Een mooie passage uit het artikel luidt:

Het idee was dat je ziek werd van kwalijke geuren, terwijl aangename geuren juist goed waren voor je gezondheid. Daarom probeerden mensen de pest te bezweren met rozemarijn. Ze wierpen strooikruiden op de grond, ze bepoederden en besprenkelden zich met aroma’s en ze droegen pomanders: juwelen in bolvorm die als geurverspreider populair waren bij edellieden en gegoede burgers. Deftige ­dames stopten de bollen tussen de plooien van hun rok om luizen te verdrijven of schaamlucht te maskeren.

Schaamlucht maakt in deze passage zijn mediadebuut ter aanduiding van een ‘onaangename lucht die zich vanuit de schaamstreek verspreidt’, maar het interessantste woord in deze passage is strooikruid.

Dat woord is weliswaar niet helemaal nieuw, maar wel onbekend, al troffen we het een paar jaar geleden al eens aan ter aanduiding van lavendel. Met strooikruid wordt een aangenaam geurend kruid – vers of gedroogd – bedoeld waarmee onaangename geuren worden verdreven. Een plantaardige geurverdrijver dus.

Definitie

strooikruid (de, -en) aangenaam geurend kruid – vers of gedroogd – dat in een ruimte wordt gestrooid om onaangename geuren te verdrijven

schaamlucht (de, -en) onaangename lucht die zich vanuit de schaamstreek verspreidt

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *