windangst

geplaatst in: Woord van de dag | 0

De Telegraaf schreef afgelopen zaterdag over ‘de eerste Nederlandse klimaatvluchtelingen’, namelijk een paar mensen die op de vlucht zijn geslagen voor de overlast van windmolens:

Windangst. De buschauffeur en zijn partner Ine van den Dool kregen er last van nadat op vijfhonderd meter van hun huis windpark Spui werd opgericht.

Om windangst nu een oude bekend te noemen, gaat wat ver, maar in 2004 gebruikte De Stentor het woord ook al eens, destijds in verband met de vrees voor een windmolenpark in de omgeving van Urk.

Dat was een ander soort windangst. De windangst waar De Telegraaf het over heeft, verwijst eerder naar een complex van (emotionele) klachten:

Van drie kanten knalden de geluidsgolven op de gevels. Zelfs de mollen verdwenen uit hun tuin. (…) Het was alsof er continu een straalvliegtuig boven ons hoofd cirkelde. Ik kreeg zware astma en kon ’s nachts niet stoppen met hoesten. Alsof mijn lichaam uitschreeuwde: dit is niet veilig, je moet hier weg.

Als psychisch complex bestaat windangst ook echt. Met een wetenschappelijke term wordt het fenomeen anemofobie genoemd. Of ook wel ancraofobie. Dat is echter een irrationele angst voor wind.

Als de angst voor de effecten van windmolens op de leefomgeving een serieus probleem wordt, is het wellicht noodzakelijk er een apart woord voor te gebruiken, zoals windmolenstress. Dat woord is dan ook al diverse malen aangetroffen, zij het dat nog niet courant is.

Definitie

windangst (de) 1 irrationele angst voor wind, synoniem anemofobie 2 windmolenstress

windmolenstress (de) stressklachten die veroorzaakt worden door de aanwezigheid, het geluid en de slagschaduwen van windmolens in iemands leefomgeving

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *