Trouw schrijft vandaag over financiering van wetenschappelijk onderzoek. De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) maakt zich daar zorgen over, vooral over de verdeling van de beschikbare onderzoeksgelden. Dat komt volgens de krant door ‘het Dagobert Duck-effect: omdat een paar hoogleraren van naam steeds meer fondsen binnenslepen en zich alleen kunnen richten op onderzoek en niet op onderwijs, dreigt de rest berooid achter te blijven.’
Naar analogie van dagobertducktaks (superrijkentaks, het Woord van het Jaar in 2014), donaldduckstem (heliumstem) en williewortelbedrijf (klein, jong bedrijf dat zich richt op technische innovaties) is het beter om dagobertduckeffect te spellen.
Het dagobertduckeffect dus. Helemaal nieuw is die term niet, want in 2015 had De Volkskrant het al eens over het ‘prof. Dr. Dagobert Duck-effect’: ‘het verschijnsel dat sommige mensen honderd keer meer krijgen dan anderen.’ (21-2-2015) Een maand later viel de term in het Financieele Dagblad: ‘Je ziet ook wat wel het Dagobert Duck-effect wordt genoemd: wetenschappers die al veel geld hebben binnengehaald, krijgen gemakkelijk nog meer financiering.’ (4-3-2015)
Aan het begin van het millennium werd de term trouwens nog in een iets andere betekenis gebruikt. Over het kabinet-Kok schreef een krant toen: ‘Een combinatie van robuuste economische groei, meevallende rente- uitgaven, hogere aardgasinkomsten en kleiner beroep op uitkeringen zorgt voor niets minder dan een Dagobert Duck-effect. Het paarse kabinet zwemt in de poen.’
Dagobertduckeffect is dus een terugkerende term ter aanduiding van de concentratie van geld bij een persoon (of bij enkele personen), die vervolgens ‘in hun geld zwemmen’.
In het Nederlands bestond daar al een uitdrukking voor: het mattheuseffect. Van Dale omschrijft dat als het ‘effect dat aan degene die reeds veel heeft (geld, roem e.d.), nog meer gegeven wordt, m.n. de omstandigheid dat degenen die ze het minst nodig hebben, het meest profiteren van door de overheid in het leven geroepen voorzieningen’. Misschien dat Bijbelvaste burgers dat woord, dat ontleend is aan Mattheus 25:29, nog weleens gebruiken, maar in een gedisneyficeerde wereld spreekt de Disneyfiguur Dagobert Duck natuurlijk meer tot de verbeelding dan een Bijbelse figuur.
O ja, zo’n wetenschappelijke toponderzoeker met veel geld wordt ook wel een dagobertduckprof (in de spelling van Trouw: een Dagobert Duck-prof) genoemd. En dat is wel een splinternieuw woord.
Geef een reactie