Avercampwinter, belliniblauw, boschmonster, botticellischelp, breughelbruiloft, breughelkermis, carpaccio, caravaggisme, dalísnor, ensormasker, escherpatroon, gauguinsyndroom, géricaultvlot, de hel van goya, d’hondercoeterkip, honthorsthoertje, het huishouden van Jan Steen, kandinskykleuren, leonardo-onderwijs, magrittelucht, makartboeket, manetpicknick, matissedans, mondriaankleur, monetleliën, tong picasso, de stier van potter, renoirmeisje, rafaëlengeltje, rembrandtlicht, rousseaujungle, rubensvrouw, ruisdaellucht, saenredamkerk, titiaanrood, vermeervloer – deze eponiemen krijgen er in het woordenboek binnenkort wellicht een soortgenoot bij: watteaujurk.
Teylers Museum in Haarlem stelt momenteel tekeningen van de Vlaams-Franse kunstenaar Jean Antoine Watteau (1684-1721) tentoon. Een verrassende tentoonstelling, want Watteau was onder zijn tijdgenoten weliswaar wel bekend als tekenaar, maar in onze tijd kennen we hem vooral als schilder van galante ontmoetingen van jongemannen met dames in wijdvallende jurken.
Die tentoonstelling is echter niet de aanleiding om watteaujurk tot Woord van de Dag te verheffen. Toevallig – of niet? – schreef cultuurjournaliste Wieteke van Zijl gisteren in de Volkskrant over de comeback van de watteaujurk en vooral de watteauplooi. Afgelopen jaar was de watteauplooi namelijk nogal eens te zien in de schijnwereld van de showbusiness: ‘op de rode lopers in Cannes, bij de Golden Globes, in Venetië en bij de Oscaruitreiking droegen onder anderen actrices Saoirse Ronan, Lily James, Jada Pinkett en Jessica Chastain versies van de jurk.’
Vooral Amal Clooney, de echtgenote van acteur George Clooney, heeft de watteauplooi blijkbaar weer helemaal op de kaart gezet. Zowel bij de uitreiking van de Golden Globes als in Cannes had ze zich in een jurk met zo’n plooi getoond: ‘een stuk stof (…) dat aan een jurk vastzit en vanaf de schouders in plooien naar beneden valt, soms tot op de grond, in een sleep, soms slechts tot de taille.’ ‘Het is geen cape,’ voegt Van Zijl eraan toe, ‘de plooien zijn essentieel.’
Watteaujurk en watteauplooi zijn bepaald geen alledaagse woorden in de media. De afgelopen twee decennia tekenden we beide woorden elk een keer of vijf op in een krantenbericht. Dat lijkt onvoldoende voor vermelding in het woordenboek, maar omdat de woorden, zij het infrequent, al zo lang voorkomen én omdat er pendanten zijn in andere talen, zijn ze misschien tóch interessant. Zeker nu de watteauplooi weer een rol lijkt te gaan spelen in het modebeeld.
Navraag in onze directe omgeving leerde dat zo’n uitgespannen jurk die in de kunstwereld bekendstaat als watteaujurk in de modewereld meestal een robe à la française wordt genoemd. Niet dat díé term heel erg gewoon is in ons taalgebied, maar je vindt hem wel wat vaker dan watteaujurk. Vroeger moet zo’n robe à la française ook weleens een contouche zijn genoemd, maar de vindplaatsen van dát woord zijn op de vingers van één hand te tellen, althans in het Nederlands.
Geef een reactie