Etymologie: onguur

geplaatst in: Etymologie | 0

Onguur is een merkwaardig woord. Afgaande op de vorm zou je veronderstellen dat onguur het tegenovergestelde is van guur, maar in grote lijnen betekenen deze woorden hetzelfde. Beide woorden kun je gebruiken in de betekenissen ‘akelig’, ‘naar’ en onaantrekkelijk’. Wordt guur echter alléén maar gezegd van het weer, onguur wordt (ook) gebruikt om andere dingen of personen te typeren. Boeven zijn bijvoorbeeld onguur en een achterbuurt kan onguur zijn. Vroeger heette ook het weer soms wél onguur, maar nu kan dat alleen nog maar guur zijn. In tegenstelling tot onjuist, dat gevormd is op basis van juist, is guur waarschijnlijk juist gevormd op basis van onguur.

Onguur – in oudere spellingen ongehuur – is in de 13e eeuw ontstaan op basis van het Middelnederlandse woord gehuer (‘lief’). De basisbetekenis van de combinatie van het ontkennende woorddeel on- met gehuer is ‘niet liefelijk’. Guur moet vervolgens in de 16e eeuw zijn ontstaan door het wegvallen van on- als onguur minder nadrukkelijk werd gebruikt. De basisbetekenis bleef echter gehandhaafd. Daarna hebben beide woorden zich los van elkaar ontwikkeld, waardoor ze nu in verschillende contexten worden toegepast.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *