‘We kennen spaarloon, dagloon, uurloon en wat mij betreft binnenkort ook een partnerloon’, schrijft Marleen Kruitwagen vandaag in Trouw.
Partnerloon, helemaal nieuw is het woord niet (zo gebruiken belastingadviseurs op internet het woord sporadisch ter aanduiding van de ‘beloning voor de meewerkende partner’ van de kleine zelfstandige), maar in de media hebben we het nog niet eerder aangetroffen. In het Trouw-artikel wordt met partnerloon bedoeld ‘het loon dat de ene partner aan de andere partner betaalt gedurende de periode van het geregistreerde partnerschap in combinatie met de zorg voor gezamenlijke kinderen’.
Het partnerloon zou in de plaats moeten komen van partneralimentatie. Dus: bij partnerloon vindt er tijdens de relatie herverdeling van inkomsten plaats, maar na de relatie hoeft de meest verdienende partner geen partneralimentatie meer te betalen.
Hoe werkt partnerloon? ‘Gelukkig stelt de schrijfster die vraag zelf al in haar stuk. Én ze geeft er een antwoord op: ‘Het is een kwestie van optellen en delen. Voorbeeld: neem een gezin dat bestaat uit twee volwassenen met ieder een baan en twee kinderen. Degene die het meeste verdient in loondienst of als ondernemer zet een percentage van het inkomen opzij voor degene die voor het huishouden en de kinderen zorgt. Dat kan een jaarlijks bedrag zijn, zoals bij het spaarloon.’
Mocht het ervan komen, dan zal er in het parlement nog wel even over gesteggeld worden.
Het interessante van het woord partnerloon is dat het zo’n onopvallend woord is. Vaak zijn het niet de ‘rare’ nieuwe woorden die uiteindelijk in het woordenboek komen, maar de woorden die sluipenderwijs onze taal binnendringen. Wie weet blijkt partnerloon over enige tijd wel zo’n woord te zijn.
Geef een reactie