graanbouillon

geplaatst in: Woord van de dag | 0

Vanavond sprak Matthijs van Nieuwskerk in De Wereld Draait Door met fotograaf Eddy Posthuma de Boer. Aanleiding was de verschijning van een fotoboek van Posthuma de Boer met portretfoto’s van Gerard Reve. Natuurlijk ging het gesprek ook even over het legendarische drankgebruik van Gerard Reve.

    Van Nieuwkerk: ‘Hij dronk veel, hè, daar maakte hij bepaald geen geheim van. Moest u een beetje meedrinken als u bij hem was?’

    Posthuma de Boer: ‘Ik heb natuurlijk weleens een paar glazen wijn bij hem gedronken, maar het was niet de tijd van de dag voor wat hij noemde graanbouillon.’

Graanbouillon. Eigenlijk moeten we graanboeljon schrijven, want zo spelde Gerard Reve zelf het woord in een brief aan Josine M.:

    ‘Het Calvinisme biedt ontroerende aspekten van menselijke inzet en moed, maar het heeft van ons land, eens een wereldcentrum van kunst, een puriteinse provincie gemaakt, waar nog steeds elke maat muziek en elk danspasje worden gewantrouwd, en heeft een volk van mistieke wijndrinkers veranderd in een meute van twistzieke lepelaars van giftige graanboeljon.’

Graanbouillon – alweer in de spelling graanboeljon – is onder Reveliefhebbers een sjibbolet geworden: een woord waarmee je de reviaan van de niet-reviaan kan onderscheiden.

Reve zelf was blijkbaar nogal gecharmeerd van het woord. Hij verwerkte het woord ook later nog een paar keer in zijn brievenboeken. Steeds leverde het een mooie, citeerbare zin op, bijna een aforisme.

Aan Simon Carmiggelt (die er ook niet in spuugde) schreef Reve: ‘Je kunt toch niet op een geheelonthoudersvergadering graanboeljon schenken?’ en in Reves brievenboek Schoon Schip staat: ‘Wie dronken of gemarihuaneerd schrijft vergeet maar al te gauw, dat zijn werk ook zonder graanboeljon, respektievelijk sticks, moet kunnen worden gelezen. Wat de beschonkene het toppunt van diepzinnigheid toeschijnt, is, voor de mensen buiten van elk belang ontbloot.’

Graanbouillon is sinds Reve een eigen leven gaan leiden in de Nederlandse taal. Carmiggelt verwerkte het in een van zijn kroegverhalen en in de roman De laatste lach van R.A. Basart duikt het woord ook op. In de omgangstaal is het woord niet doorgedrongen: daarom beschrijft Van Dale graanbouillon niet. Nog niet, want misschien gaat het woord zich nu, dankzij Posthuma de Boer, alsnog verspreiden via de sociale media. Wij troffen het woord vanavond althans al een paar keer op Twitter aan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *