robotwerkloosheid

geplaatst in: Woord van de dag | 0

Een paar weken geleden waarschuwde minister Asscher voor een dreigend sociaal-economisch probleem: technologische werkloosheid. Dat is een nieuwe term voor iets wat we al sinds de industriële revolutie kennen: werkloosheid die het gevolg is van technische en technologische innovaties. Innovatiewerkloosheid, zo zouden we die technologische werkloosheid kunnen noemen, maar dat woord is nog niet bedacht.

Afgelopen zaterdag bedacht dagblad Trouw wel een ander, wat preciezer ogend woord voor de technologische werkloosheid die het gevolg is van de introductie van robots in het arbeidsproces. Trouw had het over robotwerkloosheid: ‘Door de komst van zelfrijdende auto’s raken vrachtwagen- en taxichauffeurs hun banen kwijt; winkelpersoneel wordt weggeautomatiseerd door webshops, en kantoorpersoneel is nu al wegbezuinigd.’


Robotwerkloosheid mag dan een precieze term zijn voor de bedoelde technologische werkloosheid, toch is de kans klein dat dit woord een blijvertje zal zijn in onze taal. Dat komt door onze semantische verwachtingshorizon. Er zijn namelijk al meer samenstellingen met werkloosheid in het Nederlands waarin het eerste woorddeel de ‘werker(s)’ aanduidt: jeugdwerkloosheid, ouderenwerkloosheid, lerarenwerkloosheid. Omdat een robot ook een ‘werkend subject’ is, past robotwerkloosheid ogenschijnlijk gemakkelijk in dit rijtje samenstellingen.


In tegenstelling tot deze verwachting benoemt robotwerkloosheid echter niet de werkloze subjecten, maar de oorzaak van werkloosheid. Dat maakt robotwerkloosheid een enigszins verrassend woord. Mocht het woord niettemin courant worden, dan behoeft het zeker een verklaring en is de kans dus groot dat het in een woordenboek terechtkomt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *