sloddermadam

geplaatst in: Geen categorie, Woord van de dag | 0

Sinds jaar en dag beschrijft Van Dale het werkwoord slodderen als ‘lubberen’. Je zegt het van kleding die te ruim zit, en als je slodderen niet wilt gebruiken, heb je altijd nog flodderen, want dat betekent hetzelfde. Flodderen betekent echter ook ‘slordig werken’ oftewel ‘prutsen’ en heel soms wordt slodderen ook in die betekenis gebruikt. Zo had de Volkskrant het in 2006 over armoede en identificeerde de oorzaak als volgt: ‘Snel bleek dat niet het feitelijke geldgebrek het probleem is, maar het niet kennen van de wegen, te laat invullen van te ingewikkelde formulieren, het slodderen van ambtenaren’ (14-12-2006).

Vorige week troffen we het werkwoord opnieuw in deze betekenis aan, toen in verband met televisie, die ‘niet alleen slordig gemaakt (is), maar waarin eveneens opzettelijk de hele kluit wordt bedonderd’. De Telegraaf had het over sloddertelevisie, gemaakt door ‘sloddermedium Derek Ogilvie’ en concludeerde: ‘we kunnen rustig stellen dat Ogilvie het slodderen heeft uitgevonden (30 november 2012).

Aanleiding voor al die slodder-woorden in de Telegraaf is natuurlijk de berichtgeving over Diederik Stapel, die vorige week beticht werd van het bedrijven van slodderwetenschap en die dan ook, naar we moeten vrezen, de geschiedenis ingaat als de eerste vaderlandse slodderwetenschapper.

De woorden slodderwetenschap en (indirect) slodderwetenschapper hebben we te danken aan Pim Levelt, die het werk van Stapel onderzocht en in zijn rapport slodderwetenschap introduceerde als equivalent van het Engelse sloppy science.

Samenstellingen met slodder– in de betekenis ‘(opzettelijk) slordig’ zijn overigens niet nieuw. In 1949 troffen we in het Nieuwsblad van het Noorden bijvoorbeeld al sloddermadam aan, kennelijk Gronings voor een ‘slordige mevrouw’: ‘Ook is het niet prettig om met een sloddermadam getrouwd te zijn. Als de veter van ‘t kas jet (corset) haar onder ‘t jak uitkomt, moet je je daar toch wel wat voor schamen’ (10-8-1949). Behalve sloddermadam blijkt ook sloddervrouw te bestaan. Internet vermeldt een paar vindplaatsen van deze ‘vrouwelijke sloddervos’.

Hoewel slodderwetenschap als vertaling van sloppy science een (leuk) nieuw woord is, is het woordvormingsprincipe dat eraan ten grondslag ligt al behoorlijk oud getuige het bestaan van sloddermadam en sloddervrouw.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *