De wekelijkse column van Jort Kelder in het Financieele Dagblad gaat vandaag over domme plannen van de verschillende partijen die dingen naar een of meer zetels in het parlement.
Het gaat bijvoorbeeld over de financiële consequenties van die plannen. Zoals de plannen van Volt en JA21 die tot enorme tekorten op de begroting leiden.
Ook over de fiscale plannen van het CDA is Kelder niet te spreken. Hij noemt de Bontenbalbelasting en de vrijheidsbijdrage fiscaal gepruts van brave Henri, die hij een fatsoensmajoor noemt.
Fatsoensmajoor – we kennen majoor niet als een productief tweede deel in samenstellingen die iets anders betekenen dan een rang bij het leger. Kletsmajoor, leutermajoor, praatmajoor, lulmajoor – dat soort woorden komt wel voor, maar samenstellingen van majoor met een zelfstandig naamwoord als eerste lid zijn zo goed al onbekend.
Fatsoensmajoor lijkt de eigentijdse pendant te zijn van de aloude fatsoensrakker of -ridder. Het eerste deel verwijst natuurlijk naar de waarden die Bontenbal met zijn partij wil uitdragen: normen, waarden, verantwoordelijkheid, solidariteit en fatsoen.
Het tweede deel, majoor, herinnert natuurlijk aan kletsmajoor. Kennelijk vindt Kelder Bontenbal nogal een kletskous, hetzij een praatjesmaker of een zeurpiet. De militaire rang is ook veelzeggend. Mogelijk verwijst majoor naar de religieuze signatuur van Bontenbals partij, want aalmoezeniers in het leger hebben vaak de rang van majoor. Niet voor niets heet een legerpredikant onder soldaten vaak een kletsmajoor
Verder is een majoor weliswaar een officier, een leider, maar niet de hoogste in rang. Blijkbaar heeft Kelder geen al te hoge dunk van Bontenbals leiderschap.
Fatsoensmajoor is mogelijk een eendagsvlinder, maar het is er wel een die goed klinkt.
Definitie
fatsoensmajoor (de, fatsoensmajoors) schertsende naam voor een invloedrijke moralist, iemand die hecht aan fatsoensnormen en die ook aan anderen wil opleggen
Geef een reactie