In de Volkskrant trekt columnist Sander Schimmelpenninck, zelf door zijn afkomst niet geheel onbemiddeld, regelmatig van leer tegen rijke mensen die hun geld niet met werken hebben verdiend, maar door vererving. Gisteren deed hij dat opnieuw, dit keer tegen iemand die opiniestukken schrijft waarin hij bepleit de erfbelasting te verlagen, zo niet af te schaffen, een zekere Stefan Tax, volgens Schimmelpenninck goed voor zo’n 300 miljoen euro. Vorige week mocht Tax zelfs in de Volkskrant en in het Nederlands Dagblad de erfbelasting ‘de meest inefficiënte belasting’ noemen. Een dag eerder had hij dat ook al gedaan in het Reformatorisch Dagblad. Op grond daarvan noemde Schimmelpenninck de man een keuzemenuchristen:
Na zijn ‘opiniebijdragen’ over de erfbelasting en bedrijfsopvolgingsregeling (BOR), die tot mijn verbijstering ook in deze krant geplaatst worden, opent de meest schaamteloze egoïst van Nederland nu de aanval op het CBS. In het Reformatorisch Dagblad – Tax is keuzemenuchristen – schreef hij in juni al dat het CBS ‘niet onafhankelijk’ is en daarmee zijn gezag ‘ondergraaft’. Vorige week vrijdag herhaalde hij in een opiniestuk in het Nederlands Dagblad deze kritiek en noemde hij het CBS ‘politiek gekleurd’.
In feite suggereert hij dat Tax als het hem zo uitkomt, namelijk als hij een opiniestuk in een reformatorische krant kan plaatsen, best wel even een christen wil uithangen.
Van oorsprong komen we keuzemenu’s tegen in de horeca én op computers, maar het woord maakt de laatste tijd niet alleen furore, het wordt ook vaak figuurlijk gebruikt in de betekenis ‘keuzemogelijkheid’. Vaak gaat het dan om principekwesties: ‘mensenrechten zijn geen keuzemenu’ schreef een krant eerder deze week, ‘verantwoordelijkheid is geen keuzemenu’ schreef een andere krant. Het woord komt niet alleen voor met een negatie-element (‘niet’, zoals blijkt uit een passage die een kleine maand geleden in de NRC stond:
Met het besluit om Israël vooralsnog niet onder druk te zetten, geeft de EU een gevaarlijk signaal af, vooral ook voor zichzelf, dat internationale normen en universele waarden een keuzemenu zijn. Soms heb je er zin in, soms niet.
Kortom, keuzemenu wordt gebruikt als metafoor voor een aantal handelingsstrategieën waaruit mensen vaak op pragmatische basis of op opportunistische gronden kiezen. Op vergelijkbare wijze wordt bijvoorbeeld ook het werkwoord shoppen tegenwoordig vaak figuurlijk gebruikt: je opereert volstrekt opportunistisch en maakt zonder enige moraal gebruik van wat voor jou het gunstigst uitkomt.
Als keuzemenu een productief woorddeel wordt, dan hebben we binnenkort ook keuzemenusocialisten, -liberalen en misschien zelfs -moslims.
Definitie
keuzemenuchristen (de, -en) iemand die als hem dat uitkomt zich best even als christen wil voordoen.
Gé van Gasteren
Een taalfoutje is snel gemaakt, zeker in tijden waarin het lijkt of mensen zich gedrongen voelen, het tempo van hun computers bij te houden.
Wel of geen streepje – dat vind ik cosmetische kwesties die mij niet boeien.
Toch wil ik hier uw aandacht vragen voor de een-na-laatste alinea in dit stukje (“Kortom…”) met (als ik goed geteld heb) drie echte fouten en een over het geheel wat onzorgvuldig overkomende formulering: een flink aantal “op”s en een twijfelachtig “ook”.