In De Telegraaf schrijft mediajournalist Mark Koster vandaag over de dodenherdenking op 4 mei:
De doden werden herdacht, maar daarbij ontbrak het bij een handvol bezoekers op de Dam weer eens aan elementair fatsoen. Het lijkt traditie te worden dat activisten de twee minuten stilte verstoren voor 15 seconden egoroem. Het Journaal toonde een blonde Damschreeuwster die ‘Free Palestine’ riep tijdens het wegsterven van het stiltemoment.
Egoroem maakt in dit bericht zijn mediadebuut, het woord heeft althans niet eerder in een krant gestaan. De betekenis laat zich raden. Egoroem verwijst naar de roem die iemand voor zichzelf opeist. Doorgaans noemen we dat eigenroem, al staat dat woord niet in Van Dale. Wat wel in Van Dale staat, is ‘eigen roem’, althans in het spreekwoord ‘eigen roem stinkt’: het past niet dat iemand zichzelf prijst (gezegd wanneer iem. over zichzelf opschept). ‘Eigen roem’ wordt in dit spreekwoord ook weleens als één woord gespeld, hoewel het dat niet is: in het spreekwoord heeft eigen roem geen woordaccent, maar een groepsaccent.
Als eigenroem als samenstelling wordt opgevat, heeft het – net als egoroem – een woordaccent (op het element eigen) en verwijst dit woord naar de roem die iemand op ongepaste wijze voor zichzelf opeist, het rodelopermoment dat iemand voor zichzelf wil, zijn zelf gecreëerde moment of fame.
Definitie
egoroem (de, g.mv.) roem die iemand voor zichzelf opeist, door anderen doorgaans als ongepast ervaren, synoniem eigenroem
Geef een reactie