‘Denk je lekker vuurveilig aan zee te wonen, organiseren ze een bosbrand op het strand’, schrijft Bert Wagendorp vandaag in zijn column in De Volkskrant. Daarin introduceert hij ook het neologisme palletkathedraal als naam voor de houtstapels voor de vreugdevuren op het strand bij Scheveningen, een bouwwerk dat louter geconstrueerd wordt om weer te worden vernietigd:
Een machtiger ode aan de volstrekte zinloosheid van al onze inspanningen kennen we in dit land niet. Alles is ijdelheid!
Palletkathedraal is een gelegenheidswoord dat vermoedelijk snel weer zal verdwijnen. Vuurveilig is daarom een interessanter woord in de column.
Vuurveilig oogt als een doodgewoon woord, maar het staat niet in de Dikke Van Dale. Geen wonder, want vuurveilig is weliswaar een bestaand woord, maar het heeft de afgelopen jaren slechts een handvol keren in een Nederlandstalige krant gestaan. Het is wél een bijzonder woord, vooral dankzij de bouw ervan.
In samenstellingen als braak-, brand-, explosie-, inbraakveilig, overstromingsveilig noemt het eerste woorddeel een handeling of werking: braak, brand enzovoorts. De betekenis is: met de nodige voorzieningen tegen het door het eerste lid genoemde.
Qua betekenis sluit vuurveilig hier naadloos op aan, maar qua bouw is dit woord een vreemde eend in de bijt, omdat het eerste deel van deze samenstelling geen werking of handeling noemt, maar een fenomeen (vuur). We kennen eigenlijk maar één ander courant woord dat op dezelfde manier is gevormd: waterveilig.
Definitie
vuurveilig (bijvoeglijk naamwoord) geen risico lopend vlam te vatten of door vuur te worden beschadigd of vernietigd, synoniem brandveilig
Geef een reactie