graaiflatie

geplaatst in: Woord van de dag | 0

FD-columniste Anna Dijkman schrijft vandaag in het Financieele Dagblad over een zakelijke huurverhoging van maar liefst 14.5 procent. Als excuus werd de inflatiecorrectie aangevoerd. De verhuurder wees daarbij op de indexatiebepaling in het huurcontract.

Of is dit een gevalletje greedflation, graaiflatie? Het lijkt me namelijk sterk dat de kosten van de verhuurder ook precies met 14,5% zijn gestegen. Inflatie is immers een gemiddelde: geen standaardgetal dat voor alles en iedereen geldt. En de energiekosten – nogal bepalend voor die inflatie – zijn in dit geval niet eens bij de huur inbegrepen.

Graaiflatie wordt hier dus geïntroduceerd als ‘vertaling’ of beter gezegd als de Nederlandse pendant van de Engelse term greedflation, een porte-manteauwoord van het zelfstandig naamwoord greed (hebzucht) en inflation. De Nederlandse pendant is gevormd met een werkwoordstam (graai), dat ook in andere samenstellingen met een vergelijkbare strekking voorkomt, zoals graai-economie, graaikapitalisme, graaitaks. Graaiflatie past prima in dat rijtje, maar klinkt dankzij de alliteratie – greed en graai beginnen met dezelfde klank – tegelijkertijd ook als een heel acceptabele pendant van greedflation.

De huidige publieke opinie over grote bedrijfswinsten vormt een prima voedingsbodem voor graaiflatie. Dat woord zou dus weleens precies op het juiste moment geïntroduceerd kunnen zijn.

Definitie

graaiflatie (de, g.mv.) door op winst beluste bedrijven aangewakkerde excessieve prijsstijgingen onder het voorwendsel dat deze prijsstijgingen nodig zijn als doorberekening van de kostenstijgingen die het gevolg zijn van de algemene inflatie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *