Het zal je maar gebeuren dat je als virusstad op de kaart wordt gezet. Het overkwam Wuhan vorige week. Telegraaf-journaliste Cindy Huijgen gebruikte het een paar keer in haar artikelen over de uitbraak van het wuhanvirus, ook wel bekend als het wuhancoronavirus. Een paar dagen later, op 28 januari, nam het ANP het woord over in zijn berichtgeving en als je nu bij het ontbijt aan tafel vraagt welke stad met het woord virusstad wordt bedoeld, roepen je kindereen in koor: Wuhan.
Zo’n woord als virusstad is natuurlijk een gelegenheidswoord, maar als iedereen binnen een bepaald taalgebied weet naar welke stad het woord virusstad verwijst, komt zo’n stad niet snel meer van zo’n bijnaam af. Sommige van die bijnamen van steden, die vaak gebaseerd zijn op een specifiek kenmerk (bv. een economische activiteit), halen zelfs het woordenboek, als ze maar lang genoeg bekend zijn en worden gebruikt.
Virusstad is dan ook in zekere zin te vergelijken met woorden als dogestad (Venetië), domstad (Utrecht), godsstad (Jeruzalem), gondelstad (Venetië), heksenstad (Oudewater), hofstad (Den Haag), kaasstad (Gouda, Alkmaar), keistad (Amersfoort), lichtstad (Eindhoven of Parijs), muntstad (Utrecht), pausenstad (Avignon), prinsenstad (Delft), sinjorenstad (Antwerpen), sleutelstad (Leiden) en zilverstad (Schoonhoven). En dan heb je natuurlijk nog de bijnamen van steden die naar de eigennaam van een rivier, berg e.d. zijn genoemd en die daarom met een hoofdletter worden gespeld, zoals Maasstad (Rotterdam), Scheldestad (Antwerpen), Spaarnestad (Haarlem) en Vesuviusstad (Napels).
Of virusstad ingeburgerd zal raken, is nu nog niet goed te bepalen. Misschien loopt de wuhanvirusepidemie met een sisser af, maar zo niet, dan kan de virushaard in Centraal-China weleens weleens gaan voortleven in onze taal.
Definitie
virusstad (de, …steden) stad van waaruit zich een virusepidemie (over de wereld) heeft verspreid, zoals de Chinese stad Wuhan
Geef een reactie