Leidse politici zitten in hun maag met de woningnood onder studenten en hebben daar een creatieve oplossing voor bedacht. In de strijd tegen de kamerschaarste willen ze mensen in de bijstand stimuleren een kamer aan studenten te gaan verhuren. Daarbij zullen de bijstandstrekkers niet of nauwelijks gekort worden op hun uitkering.
De Leidenaren presenteren die kamerverhuur als een vorm van vrijwilligerswerk, want dat is werk dat bijstandstrekkers mogen verrichten en waar ze zelfs een centje mee mogen bij verdienen. Met het plan beogen de politici niet alleen de woningnood onder studenten op te lossen, maar krijgt het leger der Leidse bijstandstrekkers dus ook nog wat extra koopkracht.
Niet iedereen is echter gecharmeerd van dit plan, schrijft Trouw vandaag:
Zowel in Leiden als in Den Haag fronsen politici de wenkbrauwen over de bijstandshospita’s.
Sommige landelijke politici zijn van mening dat de kamerverhuur voor bijstandstrekkers een negatieve stimulans zal zijn om werk te zoeken. Nou ja, dat is politiek. Daar hebben we geen verstand van.
Interessanter is het woord, dat vandaag zijn mediadebuut maakt. Bijstandshospita is een nieuwe samenstelling met hospita en daarmee wordt gewoonlijk een vrouw bedoeld. Vermoedelijk doet de Leidse gemeenteraad echter niet aan seksediscriminatie en mogen ook mannen in de bijstand een leegstaande kamer verhuren aan een student. Dit impliceert dat hospita in de samenstelling bijstandshospita ook naar een man kan verwijzen bij wie iemand voor geld op kamers woont. Een kotbazin óf een kotbaas, zouden de Belgen zo’n hospita in de bijstand noemen.
Of het wat wordt met het woord bijstandshospita is overigens de vraag nu de Haagse politiek over de wenselijkheid ervan twijfelt.
Definitie
bijstandshospita (de, -‘s) iemand met een bijstandsuitkering die een studentenkamer verhuurt en daarvoor niet gekort wordt op haar of zijn uitkering
Geef een reactie