showaangifte

geplaatst in: Geen categorie, Woord van de dag | 0

Denk je dat je alles gehad hebt, krijg je een showaangifte aan je broek. Van Thierry Baudet. Zoiets moet minister Kajsa Ollongren een paar weken geleden hebben gedacht toen ze vernam dat de kapitein van de renaissancevloot, zoals Baudets vereerders hem noemen, een volgens kenners volstrekt kansloze aangifte tegen haar had gedaan wegens smaad en laster.

Of ze het woord fopaangifte al kende, valt overigens te betwijfelen, want dat maakte pas gisteren zijn debuut, samen met de woorden fop– en sjoemelaangifte. De drie woorden figureerden namelijk in de gesproken column (daar moet iemand ook nog eens een woord voor bedenken) van de Haagse hoofdofficier Bart Nieuwenhuizen op Omroep West.

Nieuwenhuizen vindt dat er te vaak aangifte wordt gedaan bij de politie van zaken die helemaal niet thuis horen in het strafrecht. ‘Belletjetrekkers, activisten en dwarszitters’ – het zijn allemaal mensen die met hun ‘fopaangiftes, showaangiftes en sjoemelaangiftes’ het OM dermate belasten dat serieuze zaken blijven liggen en het ‘echte’ recht dus niet zijn loop kan krijgen.

Wat een showaangifte is, licht Nieuwenhuizen trouwens nog impliciet toe in zijn column: dat is een aangifte die gedaan wordt ‘in de hoop dat de media erop springen’. De showaangifte is dus wel iets wezenlijk anders dan een fopaangifte, waarmee eigenlijk een nepaangifte wordt bedoeld, namelijk een onterechte aangifte. Het woord sjoemelaangifte is strikt genomen een hyperoniem van zowel fopaangifte als showaangifte, omdat met een sjoemelaangifte elke aangifte is die niet helemaal deugt (een ‘aangifte om oneigenlijke redenen’ – zo zouden we de sjoemelaangifte wat formeler kunnen omschrijven).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *