De ChristenUnie in de gemeenteraad van Loppersum doet aan ‘verkiezingsretoriek en achtertuinpolitiek’, schreef het Dagblad van het Noorden gisteren. Aanleiding voor het woord achtertuinpolitiek, afkomstig uit de koker van een D66’er in Loppersum, is dat de ChristenUnie aansluiting bepleit bij een naburige gemeente, waarop de bewoners meer georiënteerd zijn.
Het is een opvallend gebruik van achtertuinpolitiek, dat eerder werd gebruikt in verband met het handelen van de echt grote jongens in de wereldpolitiek: de VS en Rusland. De proxyoorlog die zij voeren in Syrië wordt bijvoorbeeld weleens een vorm van achtertuinpolitiek genoemd.
Maar achtertuinpolitiek is ook weleens gebruikt als synoniem van nimbypolitiek: dorpspolitiek waarbij dorpspolitici een regionaal, nationaal of zelfs globaal probleem, zoals de klimaatverandering, overal willen oplossen behalve in hun eigen gemeente: not in my backyard, dat is immera wat nimbypolitiek betekent: niet in mijn achtertuin.
Achtertuinpolitiek figureert pas sinds 2002 in de media, maar het woord wordt niet vaak aangetroffen. Het woord is dus niet courant, waardoor het nog geen plaatsje in het woordenboek heeft kunnen verwerven. Ook het feit dat achtertuinpolitiek geen constante betekenis heeft, werkt niet echt mee aan de inburgering van het woord.
Jan Convents
i.v.m. nimby: er is een Nederlansere term: nl. nivea “niet in mijn voor- en achtertuin” (Taalpost 452, 12 oktober 2005, Woord van de week; opgenomen in “Taal van het jaar vijf”, van Dale 2005; en in “Jaarboek taal 2007”, van Dale 2006)