wiebelzetel

geplaatst in: Woord van de dag | 0

Nu het stof van de Provinciale Statenverkiezingen is neergedaald, kan de politiek zich weer gaan richten op de verdeling van de macht. Die vindt de facto plaats op 26 mei, als de leden van de Provinciale Staten de Eerste Kamer kiezen. Als alle provinciale politici op hun eigen partij stemmen, krijgt de vijfpartijencoalitie VVD-PvdA-D66-CU-SGP 36 zetels in de Eerste Kamer. De coalitie heeft dan twee zetels te weinig voor een meerderheid in de Senaat.

Maar er zijn restzetels te verdelen. Twee maar liefst, precies genoeg dus voor het kabinet om wél een meerderheid in de Senaat te krijgen. ‘Een stem uit Gelderland en een stem uit Zeeland zijn genoeg om de partij van Arie Slob een zetel extra toe te spelen,’ volgens de Volkskrant, al moet GroenLinks dan niet dwars gaan liggen door een statenlid uit een grote provincie op de Partij voor de Dieren te laten stemmen. Want dan gaat de restzetel naar de PvdD. Een ander onzekere zetel is te winnen bij de lokale partijen, maar dat is nog lastiger.

De Volkskrant kopt ‘Wiebelzetel kan coalitie helpen’, maar het woord wiebelzetel komt in het bijbehorende artikel niet terug. Wiebelzetel is dan ook een vondst van de koppenmaker. Wel een mooie vondst, die natuurlijk herinnert aan wiebelstoel, een niet in Van Dale opgenomen synoniem van schommelstoel. Of het woord beklijft is echter de vraag.

Na verkiezingen zijn er wel vaker restzetels te verdelen geweest en vroeg of laat moet er toch eens een woord voor die onzekere zetels komen, zou je denken, zeker nu het politieke landschap zo versplintert. Bij vorige verkiezingen dook het woord zweefzetel al eens op Twitter op, maar dat woord is nooit courant geworden.
Misschien moeten restzetels wel nét zo belangrijk worden als zwevende kiezers voordat een woord als wiebelzetel breed ingang vindt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *