Ter bestrijding van de tunnelfiles in ons land werd een tijd geleden het gedoseerd inlaten van verkeer in tunnels bedacht. In 2014 kwam dat fenomeen in het nieuws onder de naam tunneldosering, maar deze week hebben we er ook een werkwoord bij: tunneldoseren.
‘Wat bent u aan het doen, Rijkswaterstaat?’
‘Wij zijn aan het tunneldoseren.’
Tunneldoseren is zo’n werkwoord dat alleen in de onbepaalde wijs voorkomt. Je zegt niet ‘ik tunneldoseer, jij tunneldoseert, wij hebben getunneldoseerd’. Nee, je kunt alleen zeggen: ‘Wij houden ons bezig met tunneldoseren.’ Of: ‘Tunneldoseren is een van de taken van Rijkswaterstaat.’ In feite verschilt zo’n werkwoord in de onbepaalde wijs semantisch niet of nauwelijks van een zelfstandig naamwoord. Tunneldoseren = tunneldosering, het onderscheid tussen beide woorden is dat ze in het zinsverband op verschillende wijze fungeren.
De hamvraag is altijd weer: is een van deze woorden het onthouden waard?
Tunneldoseren zelf misschien niet, maar tunneldosering zal als vakterm bij Rijkswaterstaat wel een toekomst hebben. Of het woord ook definitief in de omgangstaal doordringt, is afhankelijk van de verspreiding ervan via de media. En natuurlijk via mottoborden. Want als Rijkswaterstaat in de buurt van tunnels op mottoborden ‘tunneldosering’ gaat schrijven, dan wordt het vanzelf een bekend woord.
Geef een reactie