In de Belgische krant De Morgen wordt vandaag geflecteerd op al die mysterieuze dronewaarnemingen in het Belgische luchtruim. Die drones beginnen een obsessie te worden en hoogleraar geschiedenis Tom Simoens. van de Koninklijke Militaire School waarschuwt in de krant voor ‘nutteloze paniek en complotdenken’. Hij ziet een parallel met de periode vlak voor de eerste wereldoorlog. Toen werden er overal en nergens Duitse spionnen ‘gezien’. Zo schreef het Algemeen Handelsblad in 1897:
Er heerscht aan de Fransch-Duitsohe grens een gevaarlijke ziekte, die wel geen groot aantal slachtoffers per dag maakt, maar door haar hardnekkigheid de onrust der omwonenden wekt. Deze ziekte heet in het latjjn Spionitis, wij zouden zeggen „Spionnenzuoht”.
Simoens ziet een parallel met nu:
Nu heerst er ‘dronitis‘: onze maatschappij is geobsedeerd door dronedreigingen. Bij heel wat meldingen gaat het gewoon om vliegtuigen of politiehelikopters. We gaan niet rustig genoeg om met deze dreiging.
Dronitis is een mooi woord, dat bovendien erg kenmerkend is voor de tijd waarin we leven en de zorgen die we in het Westen hebben over oorlog, een cyberoorlog of een proxyoorlog met de Russen. Het woord is voor de hand liggend gevormd, met het achtervoegsel -itis, dat van oorsprong figureert in namen van ontstekingen en andere ziekten maar soms ook schertsend wordt gebruikt in namen van fictieve aandoeningen, zoals evaluïtis, hollanditis en reglemtitis (overdreven regelzucht), en het leenwoord drone.
Definitie
dronitis (de, g.mv.) overdreven neiging om overal vijandige drones te zien
Geef een reactie