In de Volkskrant schrijft columnist Peter de Waard over de verkiezingen. Hij oppert een mooi idee, en meteen ook een interessant woord: tevredenheidsstem
In plaats van te kiezen voor partijen in de Tweede Kamer zou het Nederlandse electoraat beter kunnen kiezen tussen een tevredenheids- en een proteststem. Als de meerderheid een tevredenheidsstem uitbrengt, kan het kabinet gewoon door. Winnen de proteststemmers dan mag de oppositie het proberen.
Dat nieuwe woord is alleen al interessant omdat het je erop opmerkzaam maakt dat het woord proteststem eigenlijk geen goed antoniem heeft. Weliswaar is tevredenheidsstem niet helemaal het tegenovergestelde van een protesten, want dat is vaak een stem op een kleine of extreme partij, uit onvrede met en protest tegen het beleid van de gevestigde partijen. Maar als er een geschikte tegenhanger van proteststem zou komen, zou de betekenis van proteststem wat algemener kunnen worden: stem uitgebracht op een partij die de oppositie vormt. Eigenlijk zou je dan een tweepartijenstelsel moeten hebben.
Definitie
tevredenheidsstem (de. -men) stem op een van de partijen die samen een kabinet vormen als tevredenheidsbetuiging met het gevoerde beleid
Geef een reactie