Het kabinet was al gevallen, maar viel afgelopen vrijdag voor de tweede maal. Nou ja, dat kan eigenlijk niet, maar een van de partijen die nog deelnam aan het reeds demissionaire kabinet-Schoof trok afgelopen vrijdag haar bewindslieden terug.
Hoe noem je zo’n demissionair kabinet waar een partij zich uit terugtrekt eigenlijk, moet de pers hebben gedacht.
Het Financieele Dagblad kwam op zaterdag op de proppen met het woord stompkabinet. De krant had het opgetekend uit de mond van professor Wim Voermans, die het dubbel demissionaire kabinet-Schoof een ‘zieltogend stompkabinet’ noemde. Vandaag nemen verscheidene andere kranten die typering over.
Stompkabinet is weliswaar een onbekend woord, maar toch is het één keer eerder aangetroffen, dus helemaal nieuw is het ook weer niet. De van oorsprong Franstalige Trouw-columnist Ephimenco gebruikte het in 2006 een keer in verband met het (gevallen) kabinet-Balkenende, misschien wel als vrije ‘vertaling’ van de Franse uitdrukking ‘gouvernement étêté’.
Hoe dan ook, doordat stompkabinet nu door meerdere kranten is omarmd, kan dit tweede debuut de opmaat zijn tot inburgering.
Definitie
stompkabinet (het, -ten) demissionair kabinet waaruit verscheidene partijen zich hebben teruggetrokken, waardoor het nauwelijks nog beleidruimte heeft
Geef een reactie