NRC-columnist Frits Abrahams is met vakantie en wordt vandaag vervangen door Frank Huiskamp. Die schrijft over (nieuw woord!) ergerporno – uitzendingen op YouTube waaraan je je genotvol kun ergeren en waarin een min of meer bekende persoon het opneemt tegen twintig anderen:
Eén iemand omringd door tegenstanders, meestal een persoon met enige bekendheid, tegen twintig producten van de online schreeuwgeneratie. Het doel, volgens Jubilee, is gesprekken op gang brengen die ertoe doen en mensen samen te brengen door middel van gedeelde menselijkheid.
Net als ergerporno is schreeuwgeneratie een nieuw woord, althans in de krant. Het is ook een herkenbaar woord, want het verwijst naar al die mensen die luidkeels hun mening verkondigen op internet, tijdens demonstraties, in het publieke debat: over LHTBIQ+-rechten, over het klimaat, over stikstof, over Gaza, noem maar op. Vaak zonder al te veel achtergrondinformatie, maar wel overtuigd van het eigen gelijk.
Definitie
schreeuwgeneratie (de) generatie van mensen die overal luidkeels hun mening over verkondigen met het idee dat zij het gelijk aan hun kant hebben
Hendrik Paternoster
Ik zou ‘schreeuwgeneratie’ niet als nieuw woord in het Nederlands aanvaarden.
Reden: het doet vermoeden dat het om een voorbijgaand fenomeen gaat (van deze generatie). Dit is absoluut onzeker. Het is nu de eerste maal dat we de middelen hebben om quasi zonder risico, thuis achter een pc luidkeels te meningen te uiten langs berichtjes. Waarschijnlijk zal deze mogelijkheid blijven bestaan. Een betere woordkeuze voor dit fenomeen dringt zich dus op.
En als het woord toch aanvaard wordt, zou ik de notie ‘vaak zonder al te veel achtergrondinformatie’ in de definitie verwerken.