Het Algemeen Dagblad schrijft vandaag over een vervelende belastingverhoging voor bepaalde groepen mensen:
Volgens vakbond FNV zijn zo’n 700.000 Nederlanders met een laag inkomen sinds januari de dupe van wat zij de ‘buffelboete‘ noemen: een belastingverzwaring voor mensen die werken in onder meer callcenters, winkelketens, apotheken, kraamzorg en kinderopvang.
Buffelboete, een splinternieuwe samenstelling met buffelen in de betekenis ‘hard werken’ en boete ter omschrijving van belasting, is een bedenksel van vakbond FNV:
Het gaat om mensen die volgens FNV ‘buffelen om onze winkels te bevoorraden, die onze ouderen verzorgen of onze kinderen aannemen op de crèche’, kortom die werken in winkels, apotheken, kraamzorg, kinderopvang, ouderenzorg, sociale werkbedrijven of die een uitzendcontract of een deeltijdcontract hebben. Zulke mensen, met een brutoloon tussen de 900 en 2000 euro per maand, moeten blijkbaar meer belasting betalen..
FNV bedenkt vaker aansprekende nieuwe woorden om een misstand aan de kaak te stellen. Zoals ooit kleptocratentaks, dat vervolgens snel ingeburgerd raakte. Vaak zijn die FNV-woorden wel een beetje tendentieus. Dat geldt ook voor buffelboete, want niet alleen mensen met een relatief laag inkomen buffelen, dat doen anderen ook. En boete als benaming voor belasting is ook vrij tendentieus. Niettemin is bufferboete, mede door de alliteratie van de samenstellende delen, een kansrijk woord.
Definitie
buffelboete (de, -s) kritische benaming voor een extra inkomstenbelasting voor bepaalde groepen werknemers
Geef een reactie