taalwaakhond

geplaatst in: Woord van de dag | 0

We kenden al heel wat waakhonden (‘toezichthoudende instanties’) – de beurswaakhond, de energiewaakhond, de kartelwaakhond, de mediawaakhond, de privacywaakhond en de telecomwaakhond – maar de taalwaakhond die vandaag in de Telegraaf opduikt is nieuw voor ons.

Met de taalwaakhond wordt gedoeld op het Meertens Instituut, dat door de Telegraaf geraadpleegd is over ‘de patatoorlog (of is het frietoorlog?) die Nederland in tweeën splijt’. De maatschappelijk ongetwijfeld zeer relevante vraag is of je in Nederland nu patat of friet eet.

Marc van Oostendorp van het illustere Meertens Instituut, dé verpersoonlijking van de bedoelde taalwaakhond, weet het antwoord, dat een historische dimensie blijkt te hebben: ‘Het afkorten [van patates frites] tot “patat” zou natuurlijk logisch zijn. Maar in die tijd [de tijd van de Spaanse overheersing, red.] betekende het woord “patat” in de zuidelijke delen van ons land, waar België toen nog bij hoorde, al “aardappel”. Om verwarring te voorkomen werd er in die regio’s gekozen voor “frites”, verbasterd tot “friet”.’ En in het noorden zeggen we dus patat.

Sterker nog, eindelijk blijkt iets wat wij eigenlijk al vermoeden, namelijk dat de de patat-frietgrens ‘bij de grote rivieren’ ligt, zoals Van Oostendorp het uitdrukt, laten we zeggen ergens tussen Varik en Heerewaarden. En opeens snappen we ook waarom we tijdens veldonderzoek op de dijk bij Varik al een paar keer de uitdrukking tussen de patatten en de frieten hebben gehoord als alternatief voor de in België gangbare uitdrukking tussen de soep en de patatten, die ‘snel tussen andere bezigheden door’ betekent.

Maar dit allemaal terzijde. Het woord taalwaakhond, waar dit stukje over gaat, blijkt bij nadere bestudering toch niet helemaal nieuw te zijn. Weliswaar debuteert het woord vandaag in een landelijke krant, maar in 2011 lazen we in de Leeuwarder Courant ook al eens over een taalwaakhond. Die was blijkbaar in dienst bij de exploitant van de Brusselse metro en belast met de taalkeuze van de achtergrondmuziek in de ondergrondse. Aanleiding voor het bericht in de Leeuwarder Courant was dat deze Brusselse taalwaakhond had besloten dat in de metro ‘alleen nog muziek (…) die niet in het Frans of het Nederlands gezongen wordt’ te horen mocht zijn.

Het is verheugend dat het woord taalwaakhond nu ook voor een respectabel instituut mag worden gebruikt. Niet dat dit zal leiden tot een zelfstandige vermelding van het lemma taalwaakhond in de Dikke Van Dale, maar wellicht kan dit woord wel als samenstellingsvoorbeeld worden opgenomen bij het lemma waakhond in de betekenis toezichthouder, ter illustratie van de productiviteit daarvan in samenstellingen waarin het eerste lid datgene noemt waarop toezicht wordt gehouden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *